Japans

Een tatoeage wordt in het Japans irezumi of horimono genoemd. Irezumi is traditioneel het woord waarmee verwezen wordt naar tattoos op zichtbare plaatsen van het lichaam om aan te tonen dat de drager ervan een veroordeelde crimineel is. Horimono is het woord waarmee naar tatoeage als kunst verwezen wordt.

De Japanse tattoo kunst heeft een lange en fascinerende geschiedenis. Men vermoedt dat het tatoeëren om spirituele en decoratieve redenen al 10.000 jaar voor Christus bestond.

Aan het begin van de Meiji periode (1868-1912) echter werd de tatoeage door de Japanse regering verboden, in een poging een goede indruk te maken op het Westen. Echter, gefascineerde buitenlanders trokken naar Japan, op zoek naar de vaardigheden van de Japanse tattoo artiesten en het tatoeëren zette zich ondergronds verder.

In 1945 werd het tatoeëren gelegaliseerd, dankzij de druk van de Amerikaanse bezetters, het behield echter zijn associatie met criminaliteit. Jarenlang werd in Japan het hebben van een tatoeage immers gelijkgesteld aan lidmaatschap van de Yakuza, de Japanse maffia.

De Japanse tattoo kunst bestaat meestal uit prachtige afbeeldingen van flora en fauna, religieuze motieven, mythische helden en dieren. Draken, koi karpers en goden, ze hebben allemaal hun eigen betekenis.

Vaak worden er dikkere lijnen en bonte kleuren gebruikt, maar we vinden er ook vaak fijn schaduwwerk terug.